Na onze "mislukte" tocht naar Nordeney vraagt Joop mij opnieuw uit zeilen.
Mislukt? Veel collega amateurzeilers zullen onze vorige trip ongetwijfeld als mislukt bestempelen. We hebben tenslotte ons doel niet bereikt...
Ik voel dat eigenlijk niet zo. We hebben een bijzondere ervaring opgedaan en raken steeds beter op elkaar ingespeeld. Een basis gelegd voor nieuwe trips. Bijvoorbeeld naar Vlieland dit keer. Toch past ons enige nederigheid. Joop heeft weliswaar veel ervaring met de Colin Archer races naar Christiansand in Noorwegen en heeft zelfs een 'rondje Engeland' op zijn naam staan. Ik heb, samen met onze onvolprezen zeilvrienden Kaje & Anneke, ervaring met de oostkust van Engeland en met een paar kusten van Denemarken en toch hebben we de vorige keer, zo dicht bij huis in het Westgat van Schier, zo niet een kater dan toch wel een klein poesje opgelopen.

Klik voor vergroting van 73Kb, daarna F11 Enfin, genoeg hier over. Yolande en ik zijn dus uitgenodigd een dames en heren trip naar Vlieland te maken. Het weer belooft prima te worden vergeleken bij de vorige keer.
Eerste tegenvaller is het feit dat we op zo'n korte termijn geen geschikte oppas voor Chico onze hond kunnen vinden. En Chico is ons kind, dus Yolande blaast af. Geen probleem. Ik had toch al mijn twijfels over zo'n zee-trip met haar, voor de eerste keer na twaalf jaar. We hebben Thalassa niet voor niets verkocht nietwaar?

Op maandagmiddag 27 augustus stap ik welgemoed aan boord van Symon den Danser en wil rustig beginnen met het uitpakken van mijn plunjezak. Mis.
"Kom aan boord kerel" zegt Joop hartelijk, "gooi voor maar los, we zijn laat". Ik val met mijn neus in de boter. Had ik gerekend op een avondje voorbereiden naar Vlieland, steken we onmiddellijk van wal. Nou ja, geen probleem toch? We zijn allebei wel verder weg geweest.
We stomen snel vanuit Dokkumer Nieuwe Zijlen noordwaarts naar Lauwersoog. Noordenwind 5 met een verwachting naar noordoost. Dat wordt een makkie op zee.
In de sluis oefenen we een lijntjes techniek die ons voortaan met minimale moeite de sluizen doorbrengt. Eenmaal in het Zoutkamperlaag kunnen we zeilen. Als de wind nu snel naar de beloofde oosthoek draait kunnen we blijven zeilen. Het is een stuk rustiger dan de vorige keer en dat mag ook wel want dit keer varen we voornamelijk bij nacht.
Het Westgat blijkt helaas niet geheel bezeild maar na Het Rif kunnen we al snel NW-waarts langs de zuid-cardinaal de Noordzee op. Deze keer wordt het op open zee rustiger zoals verwacht en de rest van de trip moet nu bezeild blijven. De schemering valt in en we berekenen dat we nog voor zonsopgang de Stortemelk aan de noordpunt van Vlieland zullen bereiken.
Dáár staat de GPS. Eenmaal op open water lijken we rust voor de nacht te krijgen. Twee knoopjes stroom mee, goed zicht en dat laatste is feestelijk als je niet over een radar beschikt. Eindelijk krijg ik de gelegenheid om een route uit te zetten. Maar ja, daarvoor moet ik weer naar beneden. Dáár staat de GPS. En dus word ik weer zeeziek. Want de wind is intussen niet naar de verwachte oosthoek gedraaid maar naar het noordwesten. Nog net bezeild is het nu toch wel weer hakken op deze route en daar kan mijn benedendekse-GPS-maag nu eenmaal niet tegen.
Ik heb de route misschien wat krapjes maar toch wel safe van cardinaal naar cardinaal gepland. Dat kan niet missen. Ik zie de cardinalen als waypoint en Joop ziet de lichtjes. Er is alleen één probleem, welke kleur hadden die cardinalen nu ook al weer? Wit of rood? Ik kan dat met mijn slechter wordende oogjes in de vale nachtverlichting op de kaart niet meer zien. 'Rood' zegt Joop wat aarzelend en dat lijkt me niet onlogisch. Cardinalen geven een gevaar aan en wat is er logischer dan rood bij gevaar?
Ondanks de waarschuwingen van de GPS dat we stuurboord moeten aanhouden varen we welgemoed naar het eerstvolgende rode licht. Zichtnavigatie is tenslotte betrouwbaarder dan elektrieke navigatie nietwaar? (Je had beter moeten weten, Bos!) Logischerwijs besluiten we er noord van langs te gaan en dat is onze redding.

Klik voor vergroting van 90Kb, daarna F11 Zuid van de BR-cardinaal ligt een rode waarschuwingsboei en die ligt daar niet voor niets. Die rooie boei waarschuwt argeloze watermannetjes voor het gevaarlijke Bornrif. Een niet te veronachtzame ondiepte.
Op het moment dat we op het punt staan de boei te passeren komt plotseling een enorme roller op ons af en in mijn naïviteit schreeuw ik naar Joop: "kijk eens wat mooi!". Maar Joop, beter zeeman dan ik, herkent het gevaar. "Wel potverpollepap...enz." brult hij en gooit het roer om zodat Symon zijn neus in de roller steekt. Wederom start Joop de betrouwbare motor van Symon en we ontspringen den Dans, noordwaarts stomend om vrij van de gronden te blijven.
Zodra we weer meer water onder de kiel hebben recapituleren we. Eerst bieden we onze engelbewaarders onze excuses aan voor ons taalgebruik. We hebben het gevoel dat dat welwillend in overweging wordt genomen (Joop is van huis uit Katholiek en krijgt sneller vergeving dan ik, voormalig Calvinist). Vervolgens stellen we met het schaamrood op de kaken vast dat een cardinaal niet rood maar wit is. Daarna volgt de oude discussie of zichtnavigatie nu ‘beter' is dan elektronische of niet. Deze keer win ik, denk ik. De GPS had ons gewaarschuwd! Uiteindelijk komen we tot de onvermijdelijke conclusie: beide soorten navigatie zijn goed, je moet ze alleen maar goed weten te gebruiken. En zo is dat.

De motor gaat uit en we zeilen verder. Zodra ons adrenaline niveau tot normaal is teruggekeerd concentreren we ons op de witte lichten van de cardinalen. Via onder andere de cardinaal "TS" (Terschelling) en "TG" (Terschellinger Gronden) koersen we naar de uiterton "SM" van Vlieland. Waar "SM" voor staat weten we niet. Misschien voor een toepasselijk Sado Masochisme.
Onze koers is inmiddels naar een bijna comfortabel zuidwest verlegd. Mijn zeeziekte is over. We krijgen, behalve de vele verwarrende witte lichten ook de uiterton SM in zicht benevens de cardinaal "ZS-bank" (zal wel Zuid Stortemelk betekenen). Bovendien zien we, zeer duidelijk, de eerste groene en rode lichten van de geul naar Vlieland en een (Engels?) jacht dat vanaf de Noordzee ook de geul in komt. We besluiten tot een shortcut naar de geul. Klik voor vergroting van 85Kb, daarna F11 Geen probleem, dieptemeter op plus, netjes tussen rood en groen mikken. Tot we ongeveer ter hoogte van de Vliesloot komen. Waar moeten we zuid-af? Geen zin om op de Richel vast te lopen of te ver richting Terschelling. De rode en groene lichten in de Vliesloot geven vanuit de Stortemelk een verraderlijk beeld. "Alléé, stuurboord uit" zeggen ze. Gelukkig zie ik de duinen van de oostpunt van Vlieland. Niks stuurboord uit! Voor de zekerheid maak ik een waypoint van scheidingston 13 en dat bevestigt mijn vermoeden: nog effe door en dan pas stuurboord uit!

Klik voor vergroting van 90Kb, daarna F11 Even later een nieuw gevaar. Een onverlichte rode boei drijft ons met 7 knopen aan bakboord voorbij. Welke kluns legt hier nou een onverlichte boei? (de "VlieSloot 8") Er zijn wel meer onverlichte boeien maar deze ligt hier wel heel ongelukkig. Het gaat zo snel dat we nauwelijks de tijd hebben om te schrikken. Eenmaal in de Vliesloot is het zoeken geblazen naar de haveningang. Het is heel verwarrend om te zien hoe, vanuit het noordoosten gezien, de rode en groene havenlichten ogenschijnlijk zijn verwisseld. Ook al omdat het strand en de kademuur in het donker niet te zien zijn.
"Joop waar is je zoeklicht!" Net op tijd kom ik met het licht bovendeks om de kademuur te vinden en ons te heroriënteren. Maar dan zijn de batterijen van het zoeklicht leeg. Gelukkig is de haven zelf voldoende verlicht en nu zien we ook het Engelse jacht afmeren. Wij duiken een eindje verder een lege box in, meren af en stommelen vermoeid de kajuit in.
Dan is het: bier + vreten + wijn en napraten over de trip met nog meer wijn tot het op is. We concluderen broederlijk dat we gisteravond beter niet onvoorbereid op pad hadden kunnen gaan. Eerst route in de kaart zetten, goed naar de kleuren kijken, waypoints programmeren. Dat soort werk.
Toch zijn we niet ontevreden met ons zelf. Door voortdurend alert te zijn en geen moment onze aandacht te laten verslappen en met een beetje geluk hebben we alle valkuilen weten te omzeilen. We zijn kamaraden. Joop heeft ons gered bij de gronden van het Bornrif en ik bij de duinen Van Vlieland. Hik. Gezworen kamaraden!
Als het licht wordt kruipen we moeizaam te kooi. Hij bakboord te laag, Bonk. Ik stuurboord te smal. Au. Pit ze. Tot morgen.

Het is woensdagochtend 29 augustus 2003.
Toen we gisteren rond twaalf uur wakker werden en onze slaperige hoofden boven de kuip uitstaken zagen we een bomvolle haven met een bonte mengeling van schepen en bootjes. Vooral de bruine hoek was de moeite waard om te zien. Klik voor vergroting van 79Kb, daarna F11 Joop tussen kerk en kroeg. Klik voor vergroting van 77Kb, daarna F11. Een grote driemaster had tijdens onze slaap een prachtig decor aangebracht zodat het een genot was om in de kuip te brunchen. De rest van de dag slenterden we wat in het dorp Oost Vlieland rond, bekeken de huisjes, de winkels en het kerkje; nuttigden een Hollandse Nieuwe, dronken een bakkie en aten een ijsje.
‘s Avonds liet chef Joop zich weer van zijn beste kant zien. Trappistenbiertje vooraf, gebakken kip met een overheerlijke knoflook saus, verse groenten, fruit toe. Dit keer begeleid door twee bescheiden glaasjes rode wijn in plaats van twee flessen.
Daarna ansichtkaarten schrijven (Joop, ik niet. Te lui.) en de route van morgen bespreken. We willen morgenochtend vroeg naar Harlingen vertrekken. Daarna waarschijnlijk in Leeuwarden overnachten. In het stadspark.
Als Joop zijn kaarten zit te schrijven speel ik wat verveeld met m'n cameraatje en druk per ongeluk af. Het resultaat is een wat onscherpe foto van Joop maar wel in een karakteristieke houding. Meestal kijkt hij vrolijker.
ouwe zeeschuimer Zo, nu zien jullie hem ook eens van dichtbij, die ouwe zeeschuimer, net 75 jaar geworden! Loopt nog vrolijk cross countries om in conditie te blijven. En die conditie heb je echt nodig om Symon bij windje 8 in de hand te houden, dat kan ik je verzekeren.

Na een laatste bezoek aan de washokken maken we Symon klaar voor de afvaart. Buiten staat wind 6 en de Vliesloot is maar net bezeild. Het weer is buiïg. Het eerste stuk is dus weer hakken. Maar eenmaal om de Richel heen wordt het de langverwachte 'herentrip'. Met een knik in de schoot en pal voor het lapje. Termen die ik graag hoor.
Met alleen de fok stampen we de Vliesloot uit. Van zeeziekte geen last want ik hoef niet naar beneden voor de GPS. Het zicht is goed en alles is goed betond. We zien ze nu ook allemaal.
Scheidingston 13 laten we mooi links liggen. Dieptemeter op plus, rechtstreeks de Vlieree in alwaar we, heerlijk deinend, de grote lap erbij kunnen zetten. Acht knoopjes op de klok. Het echte herenleven kan beginnen.

Eenmaal in de Vliestroom houden we wat bakboord aan. Klik voor vergroting van 123Kb, daarna F11 Het is niet echt druk dus we kunnen wat afsnijden naar de Blauwe Slenk die we moeten invaren om in Harlingen te komen. Op de scheiding tussen de Blauwe Slenk en het Inschot naar Den Helder ligt in plaats van een scheidingston een noord cardinaal. Zou dat iets met de duidelijkheid te maken hebben? Wit in plaats van rood?
Het zicht is perfect en het is een prachtig gezicht om tussen de sloepen, kotters en kitsen allerlei platbodems te zien zeilen en stomen. In de verte zien we zelfs een prachtige topzeilschoener.
Door al dat moois vergeet ik foto's te maken. Daarvoor in de plaats tekenen we hier maar plaatjes om de vier scheepstypen uit elkaar te houden. Het kenmerk van de sloep is zijn eenvoud, een mast met fok en grootzeil. De kotter heeft twee voorzeilen. Fok en kluiver.
Kits en schoener hebben twee masten. Het voornaamste verschil tussen deze twee is de lengte van de voormast en de bezaan. Klik voor vergroting van 39Kb, daarna F11 Bij de kits is de voormast langer dan de bazaan. Bij de schoener is het andersom. De hier getekende kits en schoener hebben beiden de karakterestieke klippersteven.

Al zeilend in de slenk zien we aan bakboord het voor ons niet toegankelijke vogel- en zeehonden eiland Griend.
Ik kan het niet laten om aan Joop een anecdote te vertellen. Het gaat over natuurbescherming, natuurverstoring en over de zin en onzin van die twee.
Mijn vlieginstructeur van het eerste uur bij de Kon. Luchtmacht te Gilze-Rije, later collega instructeur bij de RLS te Eelde, Kees Koster, vertelde mij het volgende verhaal:

Kees Koster:

"Wij waren indertijd best begaan met het wel en wee van de Waddenzee. Sommigen van ons waren zelfs lid van de Waddenclub, maar ik moest mijn showprogramma met de F-104 Starfighter oefenen en dat deed ik traditiegetrouw vlak naast het eiland Griend. Dat ging prima want daar had niemand last van de pestherrie die een 104 met naverbrander op lage hoogte maakt.
Na een oefening of vijf zag ik ineens vanuit een ooghoek dat er op het eiland een paar dikke zwarte stippen waren gekomen en bij de volgende trip ging ik wat lager zitten en wat dichterbij en geloof het of niet, het bleken een stel zeehonden te zijn die daar gingen liggen zonnen.
Ik heb daarna nog heel wat herrie bij de Griend moeten maken maar de zeehonden waren, zelfs met hun jongen, niet van plan hun zonnestrandje in de steek te laten".

Na een zinloze discussie met een bioloog van de universiteit van Groningen hebben wij de waddenclub vaarwel gezegd.
Later bleek na onderzoek door o.a. dezelfde bioloog dat vogels en zeehonden helemaal niet bang zijn voor straaljagers. Waar ze wel bang voor zijn, zijn kleine lichte vliegtuigjes. Die zien ze als grote roofvogels en zijn wèl bedreigend.
We zijn niet opnieuw lid van de club geworden.

Al bomend over vroeger komt de skyline van Harlingen dichterbij. Maar ook de serieuze bui achterop vanuit het noordwesten. Die wordt donker en de wind trekt aan. Ik bied me aan om in plonspak de bui uit te zitten zodat Joop de voorbereidingen van onze lunch op zijn gemak en in de droge warmte van de kajuit kan voortzetten. Da's prima, vind Joop "maar eerst het grootzeil neerhalen want die lucht is me te zwart". Ik voel me altijd wat schuldig als hij naar de mast toe gaat om de val te bedienen en tegelijkertijd 30m² zeil op te doeken, terwijl ik comfortabel de helmstok in bedwang houd, maar hij kent zijn schip nu eenmaal beter dan ik. Op een volgende trip moet daar maar eens iets aan veranderen, vind ik.
Even later kruist de bui ons pad. Goed dat het grootzeil neer is! Onze snelheid is nauwelijks afgenomen. Ik rol een stuk van de fok in om de snelheid lager te krijgen want het zicht is tot niet meer dan een honderd meter teruggelopen. Ik houd angstvallig stuurboord wal aan.
Ondanks het kleine lapje op de punt maken we nog altijd vijf knopen. Erg mooi staat die fok er trouwens niet bij vanwege de dikke rol doek die om het voorstag is gedraaid. Eigenlijk is het geen fok maar een genua die tot fok gereduceerd kan worden. Niet fraai misschien maar wel erg praktisch. Zo had ik er indertijd bij de kottergetuigde Thalassa ook voor gezorgd dat je nooit op het voordek hoeft te jongleren om zeilen te wisselen en ook Chimera mag zich verheugen in een rolfokje.

De bui trekt verder richting Harlingen. Die kunnen daar straks hun lol op want er kwámen toch bakken water uit de hemel vallen! Intussen is de lunch klaar. Het kajuitluik gaat open, schuifdeurtjes eruit, zonnetje naar binnen, Joop naar buiten, grootzeil op.
Klik voor vergroting van 88Kb, daarna F11 Zodra de lunch achter de kiezen is komt de Pollendam van Harlingen in zicht. De Pollendam beschermt de vaargeul naar Harlingen tegen dichtslibben en golfslag. Het is daar uitkijken geblazen want bij hoog water loopt hij onder en is alleen aan de bakens te herkennen. De zuidkant wordt gemarkeerd door groene en gele drijfbakens en de recreatievaart wordt dringend verzocht daar tussen te varen. De gele bakens geven de 1.8 m waterlijn aan en Symon steekt 1.7 m. Ik moet me dat steeds goed realiseren omdat Chimera al aan 30 cm genoeg heeft. Als ik wat dichtbij de gele bakens kom zie ik Joop nerveus worden. Om hem te plezieren houd ik maar wat bakboord aan.
Bij het invaren van de buitenhaven van Harlingen is het uitkijken geblazen. Je moet een bocht van bijna 180º maken om bij de sluis te komen en tegemoetkomend verkeer komt van alle kanten.
De Tsjerk Hiddesluis is dicht. Misschien middagpauze. Ik kan me herinneren dat ik hier zowel met Thalassa als met Chimera eerder heb liggen wachten. Er is geen wachtsteiger dus meren we af zoals ik al eerder deed, haaks op de kop aan een van de damwanden van de sluis. Joop neemt zijn kans waar om koffie te zetten maar rustig opdrinken is er niet bij want al snel krijgen we rood-groen en kunnen we de sluis in.
Klik voor vergroting van 89Kb, daarna F11

In de sluis ontmoeten we geen problemen. We zijn nu goed op elkaar ingespeeld.
Vlak na de sluis aan stuurboord ligt het jachthaventje van de Harlinger Watersport Vereniging waar ik in 1999 met Chimera lag. Als ik mijn journaal uit die tijd er op na sla, lees ik:

woensdag 4 augustus 1999.

De jachthaven vaar ik bijna voorbij, die ligt vlak na de sluis aan SB. Betaal f 9,75 (50% van de tarieven van Schier en Ameland).
Kan nog net naar Albert Heijn. Koop alles op z'n zuinigst. Ook een paar kleine blikjes bier van AH. Aan boord wil ik ze koud houden in de puts onder water maar ze kieperen om en ik ben ze kwijt. Zoeken met de pikhaak lukt niet. (Het is al een week 30 graden, dat had ik nog niet verteld.) Voor straf ga ik mosselen eten, ook al omdat ik een klein uur kwijt ben met praten. Iemand die een ouwe Drascombe Cruiser wil kopen die hier vlakbij ligt. Nu heb ik geen zin meer om te koken. De mosselen zijn goed in het eethuisje "de Concurrent". Dertig piek inclusief een ½ liter witte wijn.
Slenterend door Harlingen kom ik tot de ontdekking dat het een heel mooi stadje is.



We zullen het haventje niet aandoen want we willen in Leeuwarden overnachten en daar niet te laat aankomen. We willen ook nog even in de stad rond kunnen lopen. Bovendien kan je een uur voor en na laag water het haventje niet in vanwege de enorme stroom naar buiten in verband met het spuien bij de Tsjerk Hiddesluizen.

Vanaf nu is het weer een makkie. Er is weinig verkeer en het eerste obstakel, de brug bij Kiesterzijl, ligt nog zes kilometer verwijderd. Met de Noordwesten wind kan er gezeild worden. Genua uitgerold dus.
De brug nemen we motorend want we moeten ff wachten. Ik vraag me af of je zo'n brug zeilend zou mogen passeren. Als hij op tijd open gaat tenminste.
Met Chimera doe ik dat wel eens als de omstandigheden gunstig zijn en ik heb tot nu toe nog geen commentaar gehad. Er staat me iets bij dat het officieel niet mag.
Ik denk dat het wel zal worden toegestaan zolang alles goed gaat. Brugwachters zijn zéér verschillend van karakter, heb ik gemerkt. Sommigen zijn begrijpend en tolerant maar er zíjn er bij ....
De volgende brug is die van Franeker. Had ik vier jaar geleden een hoge hoed op van de schoonheid van Harlingen, Franeker is zo mogelijk nog mooier. Er is nog zo veel authentieks in stand gehouden dat het stadsbestuur wat mij betreft een prijs verdient.
Ik herinner me een ontmoeting met een jongeman die een oude stalen boot aan het verbouwen was en waar ik twee nachten lang, op zijn uitnodiging, naast afgemeerd heb gelegen. Het is een aangename herinnering en ik sla weer mijn oude journaal op:

Ongecensureerd:

.......... Omstreeks 1500 vertrek ik richting Franeker. Het kanaal is bezeild West 2. We enteren een oude stalen zeilboot die wordt ingetimmerd door een aardige jongeman. Het klikt wel tussen ons vanwege de 'scheepsbouw', we blijven maar doorlullen. Ik vertel hem al mijn ervaringen met Thalassa.
Om 1900 korte wandeling door het stadje. Boodschappen bij AH. Ik besluit nog een nacht hier te blijven. Er is het planetarium, een museum en het stadhuis te bezichtigen.
2000 Problemen met upgraden telefoon, moe bellen, eten koken, diner in de kuip, journalen, afwassen, lezen, moe bellen, pitten.

vr6aug99
Dagje in Franeker blijven liggen. Graf van Paul Hofstra bezocht, nog steeds snik snuf. Na de capu het planetarium van Eise Eisinga bezocht. Aan boord geluncht en weer lullen met de buurman-botenbouwer Jan. Zijn vrouw en dochters van zes en acht zijn ook aan boord. De meisjes eten te veel patat want ze zijn te dik voor hun leeftijd. "Kijk naar je eigen", denk ik onmiddellijk.
's Middags museum 't Coopmanshuis bezocht, het is daar eigenlijk te warm voor. Om 1600 lezen en pitten in de kuip. Boodschappen om 1800 en diner in de kuip.
's Avonds nog even het stadje in, het is koopavond, capu + wandeling over de stadswal en naar het station. Toevallig rijdt Jan langs die nog wat uit zijn bootje wil ophalen. Ik rijd mee en dus weer lullen. 2300 moe bellen en naar kooi. Tot morgen.


Als je het hebt kunnen opbrengen om het hiernaast staande journaal te lezen, is een korte uitleg op zijn plaats.
Paul Hofstra was een jonge collega in de Luchtmacht. We vlogen in 1968 allebei vanaf de vliegbasis Twenthe bij Enschede. We maakten deel uit van het 306 Squadron en vlogen foto verkenningsvluchten met de F-104.
Op een dag vlogen we beiden een missie langs de grens met Oost Duitsland bij Paderborn, in een heuvelachtig terrein. We hadden allebei onze route's naar dezelfde doelen gepland. We vlogen niet samen maar wel ongeveer tegelijkertijd in hetzelfde gebied. Het weer werd slechter en er moest steeds lager gevlogen worden om het doel te kunnen bereiken. Het werd zo slecht dat ik moest afbreken. Paul moet in dezelfde omstandigheden zijn geweest en is tegen een heuveltop gevlogen.
In Franeker ligt hij begraven en ik kan er nu, na 35 jaar, niet met droge ogen over schrijven.


We varen verder langs het zij-kanaal waar Jan met zijn boot lag. Ik zou best wel even willen kijken of hij er nog ligt maar dat is onmogelijk vanwege onze diepgang.
Verder dus door het Van Harinxmakanaal richting Ljouwert (Leeuwarden). Dertien kilometer zeilen met maar één keer een brug-onderbreking bij Donrijp.
Voor de volgende brug bij Deinum wordt de genua definitief ingerold. De brave 35 paarden worden wakker gepord en we maken ons op om voor E 6,- de bruggen van Leeuwarden te nemen. We komen ongeveer tot de helft want in de Princentuin, met de mast tussen de bomen en de kiel in de prut, vinden we een plek voor de nacht.

Na schoon schip gaan we de wal op. Leeuwarden is de geboorteplaats van mijn pa en misschien is het daarom dat ik iets heb met deze stad. Hier liggen nog een aantal gemeente- en kerkelijke archieven op mijn bezoek te wachten om onze stamboom verder aan te vullen. Maar ja, afgezien van het feit dat we er vandaag te laat voor zijn kan ik Joop niet met dit soort dingen lastig vallen. Een volgende keer dan maar. Misschien samen met mijn achterneef Han Peter die hier ergens in de buurt (Lekkum) moet wonen.
Joop en ik stappen in zeer casual staptenue de stad in. Eigenlijk wil ik een eetcafeetje opzoeken maar daar voelt Joop niets voor. Hij kookt liever zelf en daar kan ik weinig tegenin brengen want zijn plat du jour is steeds onovertroffen. Ons tweede doel in Ljouwert is daarom Ab Heijn of vergelijkbaar voedselwarenhuis dat ook tot acht uur 's avonds zijn automatische deuren in werking houdt.
Maar ons eerste doel is de Princentuin zelf, onder wiens bladerdak wij momenteel afgemeerd liggen. Deze historische tuin herbergt namelijk behalve een gastvrije aanlegplaats met beveiligd sanitair ook een schaduwrijk terras met koele drankjes en het is daar waar Joop en ik onze eerste zinnen op hebben gezet.
Klik voor vergroting van 86Kb, daarna F11 Zoals verwacht vinden we hier de rust van de na-dag en daarin de hemelse soezerigheid van een echte Belgische Trappist. We bespreken onze zeiltocht en vinden dat de laatste twee dagen zeer relaxed zijn geweest. De dag daarvoor was vermoeiender maar intensiever. We geven de voorkeur aan die dag daarvoor.

Na de boodschappen keren we terug naar Symon. Joop kokkerelt en ik sorteer alle boeken en kaarten zodat we morgen na aankomst in onze thuishaven zo min mogelijk werk hebben.
Na een wederom voortreffelijk maal kletsen we nog wat na onder het genot van een restje wijn. Ik was af en krijg van Joop het compliment 'dat hij nooit zo'n goeie afwasser heeft gehad'. Dat mag ook wel want thuis doe ik niets anders. Ik vertrouw hem toe dat hij net zo'n beste kok is als mijn neef Max met wie ik ook meer dan eens samen gezeild heb en dat zegt wat! Kortom we waarderen elkaar weer op alle fronten en zo hoort het ook aan boord.
Na nog een loopje door de stad en een bakkie troost op een terrasje klimmen we in de schemering weer terug aan boord en zijn binnen het kwartier onder zeil.

De volgende morgen is de wind gaan liggen. De resterende buien zijn in elkaar gezakt en af en toe schijnt de zon. Van zeilen zal waarschijnlijk niet veel komen ook al omdat de Dokkumer Ee naar Dokkum en daarna het Dokkumergrootdiep te beschut liggen om met weinig wind bezeild te zijn. Het wordt een rustige afsluiting van deze trip.
Nadat de resterende bruggen van Leeuwarden zijn gepasseerd tuffen we via Bartlehiem naar Birdaard. Onderweg krijg ik de gelegenheid op mijn gemak de dieptemeter te bestuderen. Die vertoonde onderweg kuren door soms plotseling volledig onbetrouwbare indicaties te geven. Joop was daardoor zo gefrustreerd dat hij al min of meer had besloten een nieuw instrument aan te schaffen maar dan van een ander merk. Ik heb iets meer ervaring met elektronica en weet dat dit soort klachten dikwijls niet aan het apparaat maar aan de bediener ervan te wijten is dus pak ik het bijbehorende boek en begin te lezen.
Na een paar hoofdstukken en wat gehannes met de instellingen zie ik het licht en krijg het apparaat weer volledig op de rails door eenvoudigweg de reset procedure in gang te zetten. Joop kijkt me aan alsof hij een tovenaar met puntmuts ziet en ik verklaar achteloos 'ach ja, een kwestie van lezen hè?
In Birdaard zijn twee bruggen en als je daar rond twaalf uur arriveert heeft men de gewoonte om één brug voor je te openen om vervolgens rustig te gaan lunchen. Goed voor de plaatselijke middenstand. Wij vinden dat niet erg, meren af en stappen de wal op op zoek naar een warme bakker. Al knabbelend op onze verse broodjes raken we in gesprek met een echtpaar. Klik voor vergroting van 99Kb, daarna F11 Ze zijn in het bezit van een zeer fraai nostalgisch ogend zeiljachtje dat net als Symon tussen de twee bruggen gevangen ligt. Het wordt een klassiek bootjes-mensen-gesprek en dus is het in no time 1300. We steken weer van wal richting Dokkum.
Dokkum is ook een van die mooie Friese stadjes waar nog veel moois in takt gebleven is. Het is mij altijd een genoegen om daar rond te lopen. We meren af aan mijn favoriete stek onder de molen voor een korte stadstour. We willen om ongeveer vijf uur in de middag in Dokkumer Nieuwe Zijlen arriveren dus we varen al gauw weer op het Dokkumergrootdiep.
Klik voor vergroting van 56Kb, daarna F11 Ter hoogte van de afslag naar de Stroobosser trekvaart lopen we het jachtje van het echtpaar dat we in Birdaard ontmoetten op. Ik vergeet nu eens niet mijn camera te pakken en schiet gauw een plaatje van dit snoepje van een scheepje. En dit is tevens het laatste feit dat over deze trip te vermelden valt. Nadat we de Nieuwe Sluis zijn gepasseerd draaien we stuurboord uit en meren Symon af op z'n plek in de jachthaven Lunegat.
Het is precies vijf uur. We maken schoon schip en pakken onze spullen. Als laatste weet ik Joop te verleiden om in Kollum als besluit van deze drie aangename dagen bij de Chinees Ti Pan te gaan eten. Dit gerecht is Joop nog onbekend en valt zeer bij hem in de smaak. Een feestelijk besluit van een geslaagde trip.




web
analytics